Célestin Freinet werd in 1896 geboren in de Zuid – Franse Alpen. De schitterende natuur en zijn dagelijkse omgang met boeren, ambachtslieden, … gaven hem van kindsbeen af de basis voor zijn latere pedagogische denken.

Na zijn lagere en middelbare schoolperiode, werd hij in 1913 student aan een Ecole Normale. Zijn opleiding moet hij even stopzetten omdat hij in 1915 werd opgeroepen voor militaire dienst aan het front in WOI. De oorlog gaf hem een blijvend zwakke gezondheid en tijd om kennis te maken met filosofische, pedagogische en politieke literatuur. Hij onderhield tevens een uitgebreide correspondentie met collega’s die dezelfde opvattingen over onderwijsvernieuwing hadden. Hieruit groeide de Freinetbeweging.

In 1920 werd Freinet aangesteld in het dorpsschooltje Bar – sur – Loup. Hij merkte dat de kinderen niet erg geïnteresseerd waren in de leerstof, maar dat ze wel zeer enthousiast reageerden wanneer het ging om dingen uit hun eigen leefwereld. Freinet zag dat hij zijn aandacht vooral moest richten op wat de kinderen boeide. Hij verliet dan ook de school om de bedrijfjes van het dorp en de natuur in de omgeving te bezoeken en te bestuderen. Samen met de kinderen was Freinet actief bezig met de opgedane ervaringen in de realiteit. Het enthousiasme van de kinderen was groot. Het stond voor hem dan ook vast dat het klassikale en frontale onderwijs te ver afstond van de ervarings- en interessewereld van de kinderen. Hier maakte hij gebruik van zijn eigen ervaringen en de natuurlijke leergierigheid van de kinderen. Hij begon ook te experimenteren met de didactische werkvormen die het onderwijs realistischer en actiever konden maken. Om de ervaringen niet in het niets te laten verdwijnen, maakten ze verslagen van hun uitstappen. Deze verslagen lagen dan aan de basis van zijn taalonderwijs.

Een ander facet in zijn denken was het centraal stellen van het kind in zijn eigen milieu. Dit leidde ertoe dat Freinet zich ook ging bezig houden met de situatie waarin de ouders van de kinderen verkeerden. Hij had veel en goed contact met de ouders, doordat hij zich inleefde en engageerde in hun leefwereld. Freinet was van mening dat de school geen eiland is in de maatschappij, maar onlosmakelijk verbonden is met het sociale leven waarin de school zich bevindt. Hij heeft in belangrijke mate duidelijk gemaakt dat onderwijs niet losstaat van de maatschappij en de leefomgeving van het kind.

Al werkend, lezend en reizend kwam Freinet tot een aantal uitgangspunten en technieken. Daar waar de technieken door de leerkrachten steeds aangepast werden aan de veranderende maatschappij, liggen de uitgangspunten tamelijk vast. De voornaamste uitgangspunten van Freinetonderwijs zijn:

  • De ervaringen en belevingen van de kinderen vormen het vertrekpunt van het onderwijs, waarna de leerkracht en de groep ervoor zorgen dat er zinvol gewerkt wordt.
  • Leren is: het al handelend experimenteel zoeken en ontdekken waarbij zelf gevonden mogelijkheden in een nieuw verband worden gezet.
  • Het werk van de kinderen moet plaatsvinden in een voor hen zinvolle context.
  • De opvoeding op school staat niet los van de maatschappij. Er zijn geen eenzijdige gezagsverhoudingen, maar opvoeding vindt plaats door democratisch en coöperatief overleg.